Na een zorgvuldige voorbereiding gaan we aan de slag met het uitvoeren van de herstelwerkzaamheden. Hieronder onze werkzaamheden voor de restauratie van het gevelraam op een rij.
Nadat we de houten toognagels en slotbouten zorgvuldig verwijderd hebben, is de onderdorpel gedemonteerd. Het hout voor de nieuwe dorpel is geschulpt. Schulpen is een houtbewerkingstechniek, waarbij je het hout in de lengterichting met de vezels mee zaagt. Vervolgens hebben we het hout zuiver vlak en haaks gemaakt. Daarna is het met de vandiktebank exact op maat gebracht. Dit is een houtbewerkingsmachines om hout glad, egaal en in een rechte hoek bij te schaven. De lengte is overmaats gehouden, zodat de pennen van de onderdorpel een overlengte hebben en later exact afgekort kunnen worden. Zie foto 1.
Om te voorkomen dat er spaanvorming (vervuiling) in de pengaten optreedt hebben we hierna pas de toognagelgaten geboord. Deze gaten zijn zodanig gemaakt dat de toognagel de verbinding ‘aantrekt’. Dit zorgt voor de stevigheid van deze verbinding. De pengaten hebben we gemaakt voor het aanbrengen van de sponningen en profilering. Doordat we deze werkvolgorde aanhouden voorkomen we schade aan pengaten. Zie foto 2. Vervolgens hebben we de pennen gemaakt waarmee we de onderdorpel aan de raamstijlen bevestigen. De pennen en pengaten (van roeden en raamhout) zijn voorzien van een primer die het hout afsluit en de inwerking van vocht voorkomt. Ook de gaten voor de slotbouten en toognagels zijn -in zowel het nieuwe als oude hout- met behulp van een flessenborstel voorzien van primer. Zie foto 3.
Voor de toognagels is rechtdradig droog hout gebruikt, fijnnervig grenen zoals het raamhout. De toognagels zijn gespleten en voorzien van een punt, een zogenoemde ‘zoeker’. Door de toepassing van deze techniek zijn de houtvezels niet zijn doorgezaagd. Tot slot hebben we de dorpel weer gemonteerd en de toognagels aangebracht. We werken daarbij van buiten naar binnen, zodat het gat aan de buitenzijde door de iets dikkere nagel wordt afgesloten. Dit is te zien op foto 4.
De staande roeden zijn ingezaagd, zodat we het ingerotte deel aan het ondereinde konden vervangen. De roede is ‘trapsgewijs’ ingezaagd, zo ontstaat er een voldoende groot lijmoppervlak om de nieuwe deelreparatie goed te verlijmen. De zaagsnede aan de voorzijde is schuin gehouden. Zogezegd ‘afwaterend’ naar de buitenzijde. Dit is te zien op foto 5 en 6.
Het gedeelte van de roede dat vernieuwd moest worden is zorgvuldig ingemeten. Hierbij hebben we geconstateerd dat het duivejagerprofiel geen ‘zuivere’ kwartronde doorsnede heeft. We hebben daarom het freesmes op maat geslepen. Zie foto 7. Verder zijn ook de roeden op maat gemaakt. Daarbij hebben we dezelfde werkwijze aangehouden als bij de onderdorpel. We hebben erop gelet dat de nerfrichting overeenkomt met de nerfrichting van de bestaande roeden. Daar waar de roeden voorzien waren van toognagel of slotbout, zijn deze terug geplaatst. Waar geen toognagels aanwezig waren, zijn deze ook niet teruggebracht. Na de montage van de toognagels zijn deze ingekort en is de kopse kant voorzien van de afsluitende primer. Dit beschermt tegen vochtindringing. Zie foto 8.
De ‘open’ pen-en-gat verbinding aan de onderzijde van de raamdorpel is exact gekopieerd zoals deze in de oorspronkelijke situatie aanwezig was. Geheel in lijn met de URL 4001. Op die manier blijven het materiaal en detailleringen aanwezig (deze zijn niet verbeterd). Om inwendige condensatie te voorkomen hebben aan de binnenzijde van het gat voor de slotbouten en bevestigingsmiddelen primer aangebracht. Na het aanbrengen van de bevestigingsmiddelen kan eventueel nog een laag epoxy worden aangebracht.
De roeden zijn bij montage ‘vol en zat’ verlijmd met Renoquick lamineerpasta. Dat betekent dat de holle ruimte volledig is opgevuld. Het geheel is daarbij gefixeerd met sergeanten en lijmklemmen. De pennen zijn voorzien van een primer/sealer om ze te beschermen tegen de inwerking van vocht. Op de plaats van de roeden hebben we vanwege de maatvastheid, zowel horizontaal als verticaal lijmklemmen toegepast. De lijmklemmen zijn geplaatst op klossen die zijn voorzien van band zodat de epoxy daar niet op hecht. Zo voorkomen we dat de lijmklemmen afdrukken geven op het hout. Dit is te zien op foto 9.
Nadat het raam volledig is gemonteerd zijn de kleine oneffenheden, naden en uitgesleten randen van toognagelgaten van het oorspronkelijke raam opgevuld met Renoquick.
Na de juiste droogtijd zijn de sergeanten en lijmklemmen verwijderd. Vervolgens is het kozijn in een beschermende ‘kist’ geplaatst om dit zonder beschadigingen kon te transporteren naar de schilder werkplaats. Dit gold alleen voor de restauratie van het proefraam. Voor de uitvoering van de overige ramen hebben we op het bouwterrein een geconditioneerde werkplaats gecreëerd, hierdoor was transport niet nodig. De kans op beschadiging hierdoor werd geminimaliseerd.
Lees ook:
Proef restauratie gevelramen: stap 1 visuele inspectie
Stap 2: verwijderen glas, afwerklagen en beslag