Voor de aanbesteding van het project bij de KMA in Breda werd ons gevraagd om een ‘proeve van vakmanschap’ uit te voeren. De restauratie van een proefraam. In het vorige bericht hebben we uitgelegd waarom en hoe we de situatie en randvoorwaarden in kaart hebben gebracht. Stap 2 was het verwijderen van de beglazing, de afwerklagen en het beslag.
Het verwijderen van het glas en de afwerklagen is specialistisch werk. Hiervoor hebben we restauratieschilder Cloïn Schilderwerken uit Bergen op Zoom ingeschakeld, één van onze vaste partners.
Het raam bleek te zijn voorzien van gelaagd glas met een dikte van 8mm. Historisch glas is doorgaans maximaal 4 mm dik. Op basis hiervan is te concluderen dat het historische glas eerder al vervangen is. De sponning is 10x10mm, het glas komt hierdoor bijna gelijk met voorzijde van de roede. Dit betekent dat de sponning niet dieper is gemaakt bij het vervangen van de beglazing.
Verder viel op dat de roede niet meer strak is. Dit komt doordat de roede is uitgehakt toen het originele glas vervangen is. Verder is de randafwerking rafelig. De beglazingskit is aangebracht in een ongegronde sponning en ook aan de ‘stopverfkant’ is beglazingskit toegepast.
Het was niet mogelijk om de beglazing uit te snijden. Het glas is daarom uitgezaagd met een oscillerende zaag (Fein Supercut) om de roedes beter intact te houden. Deze maakt zeer kleine, snelle zijdelingse bewegingen in plaats van roterende.
De buitenzijde van het raam is volledig kaal gemaakt, aan de binnenzijde zijn enkel de niet intacte en slecht hechtende lagen verwijderd. Zoals op de foto te zien is, waren er diverse verflagen aangebracht op de buitenzijde.
De afwerklagen zijn verwijderd met een föhn om de houtvezels zo min mogelijk te beschadigen en eventueel latere onthechting van de afwerklagen te voorkomen. Er zijn oude brandplekken geconstateerd, deze zijn weg geschuurd. Dit was noodzakelijk om te zorgen voor een goede hechting van de nieuwe verflagen. Verder bleek dat er beglazingskit gebruikt was om open verbindingen en houtrot op te vullen ter plaatse van de houtverbindingen.
Op het hang- en sluitwerk was plaatselijk roestvorming zichtbaar. Dit is veroorzaakt doordat deze verbindingen in principe een koudebrug vormen. Hier treedt condensatie op en dit leidt op termijn tot roestvorming. Om het hang- en sluitwerk te kunnen behandelen is het gedemonteerd. Alle onderdelen zijn voorzien van identificatie zodat exact hetzelfde hang- en sluitwerk op het kozijn teruggeplaatst kan worden. Voor de bevestiging waren vierkante bouten gebruikt, het is aanbevolen om dit te behouden.
Lees ook:
Proef restauratie gevelramen: stap 1 visuele inspectie